
Een gebitsimplantaat is een titanium schroefje dat als kunstwortel in de kaak wordt geplaatst. Een implantaat neemt de functie over van de tandwortel en kan gebruikt worden als solide basis voor kronen, bruggen of protheses. Implantaten worden al meer dan 50 jaar professioneel gebruikt.
Titanium is heel bio-compatibel, dat wil zeggen dat het lichaam het niet afstoot, waardoor het bot er direct tegen aan kan groeien. Dit proces wordt osseointegratie genoemd. Van veel implantaten is het titanium oppervlak ruwer gemaakt, wat de bot groei rondom het implantaat versnelt en waardoor deze na de inheling ook vaster in het bot zal zitten. Tegenwoordig helen de implantaten in +/- 98% van de gevallen succesvol in, bij o.a. bot herstel operaties en rokers liggen deze percentages soms wat lager. Uit onderzoek blijkt nu dat de tienjaars overleving van implantaten tussen de 90 en 95% ligt. Een goede mondhygiëne, gezonde levensstijl en een regelmatige professionele gebitsreiniging zijn de sleutel voor een duurzaam resultaat.
De lengte en dikte van het implantaat wordt gekozen aan de hand van de hoeveelheid beschikbaar bot, ook zal de implantoloog de diameter laten afhangen van het te vervangen gebitselement. Een onder snijtand zal met een smal implantaat vervangen moeten worden en een kies zal idealiter met een breder implantaat vervangen worden. Mocht de breedte van de kaakwal niet voldoende zijn dan bestaan er nog mogelijkheden om deze te verbreden. Over het algemeen hebben de implantaten een diameter tussen de 3 en 6 mm en de lengten variëren ongeveer tussen de 6 en 16 mm.
Implantaten zijn in veel verschillende diktes (diameter) en lengtes verkrijgbaar.
Wij gebruiken in onze praktijk enkel een Duitse/Zwitserse implantaat-systeem. Dit systeem is in oppervlaktestructuur en osseoïntegratie als één van de beste getest en is CE gecertificeerd.
Wilt u graag weten wat wij eventueel voor u kunnen betekenen betreffende het plaatsen van implantaten, dan kunt u een kosteloos en vrijblijvend intakegesprek bij ons inplannen.
Implantaten kunnen in zeer veel situaties bij gebitsproblemen worden toegepast, variërend van steunpunt voor een kroon, beugel of tot een drukknop onder een kunstgebit. Hieronder een aantal veel voorkomende situaties:
Klikgebit
Wanneer de grootste skeletale groei voorbij is (vanaf 18-23 jaar, afhankelijk van geslacht en locatie) kunnen er in principe implantaten geplaatst worden.
Er zijn echter meer voorwaarden waaraan voldaan moet worden:
De behandeling bestaat uit een aantal fases. Elke fase kan uit meerdere afspraken bestaan:
Om de toestand van het gehele gebit te kunnen onderzoeken worden er een aantal röntgenopnames gemaakt. Röntgenopnames spelen een belangrijke rol bij de planning van de ingreep. Op een panorama röntgenfoto (OPT/OPG) kan goed de staat van het gehele gebit bekeken en onderzocht worden. Hiermee is het mogelijk om de afstanden tot anatomische structuren zoals een belangrijke zenuw in de onderkaak of de kaakbijholte in de bovenkaak, inschatten.
In gevallen waarbij het voor de plaatsing van het implantaat belangrijk is om exact de afstanden te weten en/of om voorspelbaar te kunnen werken, zullen wij een CBCT scan nemen. Dit is een 3-dimensionale röntgenfoto waarmee ook de breedte van de kaakwal te beoordelen is. Hierdoor is het mogelijk om met behulp van de computer de positie van de implantaten driedimensionaal in te plannen.
Tijdens het onderzoek wordt ook naar de gezondheid van de overige tanden, kiezen en tandvlees gekeken. Soms worden er afdrukken genomen zodat er een proefopstelling gemaakt kan worden en/of een boormal.
De lichamelijke gezondheid van de patiënt en een behandelvoorstel met begroting worden doorgenomen, uiteraard worden ook de eventueel mogelijke complicaties besproken en/of later schriftelijk toegestuurd.
Het tandvlees wordt met behulp van hechtingen weer gesloten, mochten meer implantaten worden aangebracht dan zullen deze vaak tijdens dezelfde behandeling worden ingebracht.
Een implantaat kan na de operatie door het tandvlees heen steken, wat een 1-fase inheling wordt genoemd of volledig door het tandvlees bedekt zijn, wat een 2-fase inheling wordt genoemd.
De keuze voor een 1-fase of 2-fase behandeling wordt vooral bepaald door de situatie in de mond en/of de gewenste behandeling; zo kunnen bijv. een slechte bot-kwaliteit of een implantaat in een cosmetisch gebied redenen zijn om voor een 2-fase inheling te kiezen. Welke aanpak voor uw specifieke situatie de beste is, zal uw behandelaar met u overleggen.
1-fase
2 fase
Bij een 1-fase inheling hoeft het tandvlees niet nogmaals opengemaakt te worden en kan na inhelingsfase direct een afdruk genomen worden van het implantaat.
Bij een 2-fase inheling wordt na het maken van een klein sneetje het implantaat opgezocht en daarop een ‘dopje’ (healing abutment) geschroefd dat boven het tandvlees uitsteekt. Deze tweede operatie is vaak een kleine ingreep, welke weinig nabezwaren geeft.
De nabezwaren van de operatie kunnen van persoon tot persoon wisselend zijn. Het plaatsen van een implantaat in een gebied met voldoende bot en tandvlees zal over het algemeen niet veel klachten veroorzaken, uitgebreidere ingrepen zouden enkele dagen klachten kunnen geven. Bot zelf bevat weinig zenuwen, de mogelijke pijn is dus voornamelijk afkomstig van het omgevende tandvlees/ weke delen. De voorgeschreven pijnstillers zullen helpen de pijn te bestrijden, in veel gevallen wordt tevens een mondspoelmiddel en een antibioticum verstrekt.
Mochten de implantaten onder een kunstgebit zijn geplaatst dan kan het tandvlees 1 tot 2 weken gevoelig zijn. Het is dan ook aan te raden om in die periode zacht voedsel te eten en het kunstgebit alleen te dragen als het noodzakelijk is.
Over het algemeen zal na 1 of 2 weken er een controle plaatsvinden waarbij ook de (vaak oplosbare) hechtingen worden verwijderd.
Het bot heeft tijd nodig om tegen het implantaat aan te groeien, wanneer het eenmaal voldoende vast zit, kan er een bijv. een kroon of een drukknopje voor een kunstgebit opgezet worden. De inhelingstijd bedraagt meestal rond de drie maanden.
Nadat het implantaat tijdens de inhelingsfase goed in het bot is vastgegroeid, kan er een afdruk genomen worden.
Op het implantaat worden afdrukstiften gezet die meekomen in de afdruk of worden teruggeplaatst in de afdruk. Uiteindelijk maakt de tandtechnieker hier een gipsmodel van waar nauwkeurig de positie van de implantaten in is overgebracht. Op het gips-model wordt vervolgens de kroon, brug of het kunstgebit gemaakt, waarna uiteindelijk het werkstuk in de mond kan worden geplaatst.
Voor het slagen van de behandeling op lange termijn is een zorgvuldig controle- en nazorgprogramma noodzakelijk.
Na het plaatsen van de kroon of brug op de implantaten, dient u na enkele maanden gecontroleerd te worden door de implantoloog. Na een jaar zal er een nieuwe controle plaatsvinden bij de implantoloog. Tijdens de controles wordt gekeken naar het botniveau rond het implantaat, de kroon op het implantaat, het tandvlees, de mondhygiëne en naar de prothetische voorziening.
Een goede mondhygiëne is van groot belang en dient dan ook regelmatig te worden gecontroleerd en zonodig bijgestuurd. De mondhygiëniste kan u daarbij helpen.
Bij onvoldoende verzorging kan bij het steunweefsel van de implantaten een ontsteking ontstaan, hierdoor kunnen de implantaten voortijdig verloren gaan. Om de paar jaar dienen röntgenfoto’s te worden gemaakt om te controleren of de houvast in het bot van de implantaten en de aansluiting van de restauratieve voorzieningen nog voldoende is. Ook de supra-structuren dienen te worden gecontroleerd op houvast, slijtage en aansluiting. Het voortijdig signaleren en aansluitend verhelpen van mogelijke problemen kan kostenbesparend werken.
Daarom zullen na de behandeling duidelijke afspraken gemaakt worden over een controle- en nazorgprogramma en waar en met welk tijdsinterval dit plaats zal vinden. Bij een stabiel resultaat kunnen de latere controles door uw eigen tandarts uitgevoerd worden in samenspraak met ons.
Een implantaat behandeling wordt doorgaans succesvol uitgevoerd, maar soms zijn er complicaties:
Zeldzame complicaties tijdens of na de behandeling:
Een implantaat kan worden ingebracht om een, meerdere of zelfs alle tanden en kiezen te vervangen. Voorwaarde is dat uw kaakbot volgroeid is. Dit betekent dat implantaten kunnen worden ingebracht bij mensen vanaf ongeveer 18 jaar. Er moet voldoende gezond kaakbot zijn om de implantaten goed te kunnen verankeren. Ook het tandvlees moet gezond zijn. De tandarts beoordeelt aan de hand van röntgenfoto’s of u voldoende kaakbot heeft en of het gezond is. Tegenwoordig is het mogelijk nieuw kaakbot te laten ontstaan op plaatsen waar er te weinig van is.
De duur van de behandeling is 45 tot 90 minuten, afhankelijk van het aantal implantaten en de moeilijkheidsgraad van de behandeling.
Om de kans op infecties zo klein mogelijk te houden kunt u een antibioticakuur voorgeschreven krijgen.
Wilt u patiënt worden bij onze praktijk? U bent van harte welkom. Als u wilt, kunt u een kennismakingsgesprek met één van onze teamleden voeren. Wij geven u ook graag een rondleiding om u wegwijs te maken in onze praktijk. U kunt zich telefonisch aanmelden of onderstaand contactformulier gebruiken.
We spreken Nederlands / Wir reden Deutsch / We speak English / Rozmawiamy po Polsku / We spreken Spaans
Bij spoed kunt u buiten onze openingstijden
24uur per dag, 7 dagen per week terecht bij:
Mondzorg Poli Utrecht,
Bosboomstraat 1, Utrecht.
Werkdagen (Ma - Vrij) | 08:30 - 12:00 | 13:00 - 17:00 |